Hoe ziet de arbeidsmarkt in het primair onderwijs er in 2023 uit? Stromen er meer of juist minder pabostudenten in? Hoe is de verhouding tussen het aantal schoolleiders, leraren en onderwijsondersteuners? En hoe tevreden zijn de onderwijsprofessionals met hun baan? De jaarlijkse ‘Arbeidsmarktanalyse primair onderwijs: de arbeidsmarkt in beeld’ van het Arbeidsmarktplatform PO geeft inzicht in de strategische kansen en knelpunten op de onderwijsarbeidsmarkt.
Het rapport à 101 pagina’s bevat een makkelijk leesbare samenvatting van twaalf pagina’s. Wij lichten graag drie relevante punten voor u uit.
- Tekort aan leraren en schoolleiders
- Toename instroom pabo
- Forse daling aantal nieuwe WW-uitkeringen
Tekort aan leraren en schoolleiders
De arbeidsmarkt in het primair onderwijs is de afgelopen jaren steeds krapper geworden. Het lerarentekort is een landelijk fenomeen, maar er zijn grote verschillen tussen regio’s en scholen. Vooral in het westen van het land en in het speciaal onderwijs zijn er relatief veel vacatures. Ook het type personeel dat gevraagd wordt, verschilt per regio: in het zuiden zijn er voornamelijk vacatures voor onderwijsondersteunend personeel, terwijl er in het westen een relatief grote vraag is naar leraren.
Tekort aan personeel uit zich niet altijd in een vacature. Scholen nemen soms noodgedwongen andere maatregelen om het tekort aan geschikt personeel op te lossen, zoals het opsplitsen en samenvoegen van klassen of het inzetten van onbevoegde leraren. Uit onderzoek is gebleken dat er in 2022 landelijk een tekort bestaat van ongeveer 9.700 fte aan leraren en ongeveer 1.100 fte aan schoolleiders (respectievelijk ruim 9 en bijna 14 procent van de werkgelegenheid).
Het personeelstekort is een complex vraagstuk, waar geen pasklare oplossing voor bestaat. Het tekort wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren. De uitstroom van leraren, bijvoorbeeld naar pensioen, speelt een belangrijke rol. Dat geldt ook voor de ontwikkeling van het aantal leerlingen. Hoewel het aantal leerlingen de afgelopen jaren is gedaald, vooral buiten de randstad, zien we toch een stijging van de werkgelegenheid in het primair onderwijs. Het aanbod van nieuwe leraren, met name vanaf de pabo, is echter nog onvoldoende om aan de vraag naar leraren te voldoen.
Toename instroom pabo
In de afgelopen jaren is het aantal inschrijvingen aan de pabo gestaag gestegen. In 2022 is de instroom met 5.458 studenten aanzienlijk hoger dan in 2018, toen 4.754 nieuwe studenten zich inschreven. Hierbij laten we 2020 wel buiten beschouwing vanwege een ongebruikelijke piek in het aantal inschrijvingen als gevolg van de coronapandemie. De afgelopen jaren is met name het aantal studenten in een deeltijd- of duale opleiding toegenomen. Ook het aantal zij-instromers in het beroep is de afgelopen jaren flink gestegen. Steeds meer studenten kiezen voor een ‘alternatieve’ route naar het leraarschap. Ondanks de toename van de instroom aan de pabo is het aantal gediplomeerden tussen 2017 en 2021 licht gedaald.
Forse daling aantal nieuwe WW-uitkeringen
Het aantal nieuwe WW-uitkeringen in het primair onderwijs is de afgelopen jaren sterk afgenomen. Stroomden er in 2018 nog 2.434 personen in de WW, in 2022 is dit aantal teruggelopen tot 1.200. In december 2022 ontvingen in totaal 972 medewerkers uit het primair onderwijs een WW-uitkering. Ongeveer twee op de vijf instromende WW’ers is in dit jaar 55 jaar of ouder. Bijna een derde van de WW-uitkeringen duurt minder dan 6 maanden; nog eens bijna een derde duurt één tot twee jaar.
Bekijk hier de gemaakte infographics per onderdeel: